Woordsoorten

We krijgen bij grammatica natuurlijk ook woordsoorten. In de les hebben we een schema te zien gekregen met de meest bekende woordsoorten die er zijn.

Samengestelde zinnen

In de les hebben we het gehad over samengestelde zinnen. Je hebt nevenschikkende voegwoorden en onderschikkende voegwoorden. Ook heb je hoofd- en bijzinnen. Hieronder staat wat informatie en steekwoorden daarover:

nevenschikkende voegwoorden ==> of (bij keuze), en, want, maar, dus: 2 hoofdzinnen.

onderschikkende voegwoorden ==> daardoor, toen, als, omdat, doordat, zodat, waarom. Eigenlijk alles wat geen nevenschikkend voegwoord is hoort bij de onderschikkende voegwoorden: hoofdzin + bijzin

Wie als eerste over de finish komt, wint de wedstrijd.

Hoofdzin:

- persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar.

- er kan niets tussen gezet worden.

- de hoofdzin komt altijd vooraan te staan als je er een vraagzin van maakt.

We moesten tijdens de les op de site 'Wikiwijs' een paar opdrachten maken die te maken hebben met samengestelde zinnen en enkelvoudige zinnen. De resultaten van de oefeningen zie je hieronder.

Ook moesten we als opdracht een woordweb maken met onderschikkende voegwoorden. Dit zijn ze natuurlijk niet allemaal, want dat zijn er wel heel veel. Daarom heb ik er gewoon een paar opgeschreven. Het woordweb kun je hieronder bekijken.

Tijdens de laatste les gingen we kijken hoe je een bijzin kunt benoemen. We hebben hier een speciaal stappenplan voor gekregen. Dat schema zie je hieronder.